Deel 8: Thailand

17 december 2017 - Phuket, Thailand

Het verschil tussen Thailand en de rest van onze bestemmingen was meteen goed merkbaar. Thailand is een echte vakantiebestemming voor Westerse mensen. Voor velen is Thailand een soort tweede Spanje. Thailand is daarom vooral gebaseerd op het toerisme: een overvloed aan tours die je kunt boeken, de leukste activiteiten worden aangeboden, bars zijn er in overvloed en op alle hoeken van de straat staan mensen enthousiast te flyeren voor het ene of het andere feestje. De prijzen zijn daardoor ook navenant... Pas vanaf het moment dat we in Thailand kwamen, hoorden we overal om ons heen mensen Nederlands praten. 

Een pluspunt aan Thailand (Bangkok in mindere mate) was het meer georganiseerde verkeer. Ze lijken zelfs verkeersregels te hebben in Thailand en deze zelfs na te leven. Ongelofelijk... Auto’s stoppen voor stoplichten en laten je rustig, op je gemak oversteken. Je hoeft niet te rennen of te vrezen voor je leven. Je hoort niet of nauwelijks getoeter. Dit alles was in Vietnam wel anders, vandaar dat Thailand op dat gebied echt een opluchting voor ons was. We hebben de eerste dag echt even stilgestaan en tegen elkaar gezegd: wat is er hier nu zo anders. Iets voelt zo anders maar ook zo fijn?

De Thaise mensen zijn wel echt het meest vriendelijke en behulpzame volk ooit. Ik weet dat we dit over verschillende landen hebben gezegd, maar toen hadden we de Thaise mensen nog niet ontmoet. We hadden een taxi gepakt naar het busstation om onze volgende busreis te plannen, maar hadden geen idee waar we moesten zijn. Geen probleem, de taxichauffeur liep wel even met ons mee. En hij wachtte ook wel even totdat we klaar waren, dan konden we meteen weer terug richting de stad en hoefden we niet te wachten totdat we weer een nieuwe taxi hadden gebeld. De taxi’s in Thailand zien er weer heel anders uit dan bijvoorbeeld in Vietnam of in Cambodja. Je hebt overal wel tùktùk’s, maar overal hebben ze op hun eigen manier een stellage om een motor heen gebouwd, voor welke constructie ze dan de naam tùktùk gebruiken. Verder hadden ze jn Thailand ook een soort van kleine, rode brandweerauto’s die als taxi fungeerden. Dit waren trucks waarbij je achterin de ‘laadklep’ plaats kon nemen op een van de twee twee banken.

Op onze planning stonden maar een paar plaatsen in Thailand, ook omdat we simpelweg niet meer tijd hadden. We zijn iets te lang in Vietnam gebleven, we waren liever eerder weg gegaan uit Hanoi maar helaas waren we gebonden aan onze vlucht. Toch hebben we naar ons idee genoeg gezien! 

We begonnen in Chiang Mai, in het noorden van Thailand. Heeel erg toeristisch, maar heeel erg leuk! Hier zijn we 6 dagen gebleven. Van tevoren hadden we al meerdere activiteiten geboekt die we hier graag wilden gaan doen. Verder staat Chiang Mai bekend om haar tempels, maar aangezien wij gedurende onze reis al zo’n miljoen tempels gezien hadden, besloten we om die over te slaan. Het fenomeen “tempel-moe” bestaat echt, geloof me. Verder viel ons op dat Chiang Mai erg “hip en vegan” is. Hier kan ik mezelf wel goed in vinden.

Op zaterdag- en zondagavond was er in Chiang Mai een hele grote night market. De hele buurt werd dan afgezet. Guy was in de veronderstelling dat deze night market voor het overgrote deel bestond uit eten. Hij keek er dan ook erg naar uit om hierheen te gaan. De teleurstelling was echter groot toen bleek dat het eetgedeelte een klein pleintje besloeg en in de rest van de straten allemaal kraampjes waren opgezet met souvenirs en andere Thaise troep. Als een vis in het water struinde in door de straten en sloeg geen enkel kraampje over (ook al verkochten ze vaak in negen van de tien kraampjes hetzelfde). Guy achter me aan maar begreep al vrij snel niks meer van mijn route en was me daardoor vaker kwijt. 

Een ander bekend iets in Chiang Mai waren de massages uitgevoerd door ex-gedetineerden. Vrouwen die voor het een of ander hadden vastgezeten in de vrouwengevangenis en nu van de straat werden gehouden door dit project. Ik nam een foot massage en kan vertellen dat het niet alleen genieten en relaxen was... Ik had mijn ogen dicht gedaan want ik vond het nogal ongemakkelijk om die mevrouw de hele tijd op haar vingers te kijken en vond het ook een beetje raar om dan maar naar het plafond te gaan staren, maar soms schrok ik overeind wanneer ze een of andere spier raakte of mijn tenen lieten kraken (zoals sommige mensen constant met hun vingers doen, zo’n irritant geluid vind ik dat). 

De eerste geplande activiteit die op ons lijstje stond was de Thaise kookcursus. Doe maar lekker ‘pedis’, zoals Guy altijd zegt. Pedis betekent pittig, “je mond uitbrandend”-pittig. We werden met een busje opgehaald en naar hun eco-farm gebracht: een soort grote boederij met allemaal aparte buiten-keukens en compleet dichtgegroeide stukken met... onkruid? Zo zag het er in ieder geval wel uit. We mochten allemaal achter ons eigen keukentje met kookstelletje gaan staan en dan zou onze kooklerares gaan uitleggen welke gerechten we die dag allemaal zouden gaan maken. Maar voordat we gingen beginnen met koken zou ze ons eerst kennis laten maken met de Thaise kruiden en smaakmakers en gingen we die zelf plukken. We liepen naar het dichtgegroeide stuk grond. Geen onkruid dus... oeps. De Thaise keuken is best een arbeidsintensieve keuken. De gerechten lijken allemaal heel simpel als ze worden opgediend: rijst of noodles met groenten. Maar de lekkere smaak komt voort uit alle kruiden en smaakmakers die de Thaise mensen gebruiken. Guy heeft wel eens curry gemaakt thuis. Wat daar allemaal voor kruiden en goedjes ingingen, weliswaar van allemaal maar een kleine hoeveelheid, maar ook de kleine hoeveelheden maken de smaak. Enkele kruiden en goedjes die wij gebruikt hebben zijn dynamite chili’s, kleine aubergines (zijn een soort grote erwten), gember, kokosmelk, lemongrass, limoen, knoflook, curryblaadjes, kurkuma (geelwortel), vissaus, tamarind, pandan bladeren, koriander en Thaise basilicum.

Het menu die dag bestond uit 6 gerechten: 

Coconut soep met garnalen of Tom Yam Kung soep
Pad Thai
Thaise basilicum en groenten geroerbakt 
Papaya salade
Gele, rode of groene curry met gewone rijst en sticky rijst. Sticky rijst is zo plakkerig dat ze deze rijst in Thailand met de handen ten. Letterlijk een klompje in de handen pakken, kneden en rollen tot een bol en soppen in de curry. Een beetje zoals wij vroeger met de binnenkant van een hard wit broodje deden. 
Banaan in kokosmelk

Het waren niet 6 kleine gerechtjes, zoals je normaal bij een 6-gangen diner verwacht. Nee, het waren 6 volwaardige porties, borden vol. Bij het eten kregen we zelfgetrokken lemongrass thee. Tot slot ontvingen we allemaal ons eigen kookboekje met alle recepten, zodat we ook thuis aan de slag kunnen gaan en de Thaise keuken niet hoeven te missen. We gingen moe en overvol naar huis en vielen in het busje al in slaap...

De tweede activiteit die we gepland hadden was het ziplinen. Super leuk vond ik dat. Je zweefde hoog boven de jungle. Ik, badass die ik ben, ging zelfs met losse handen. De 40 meter hoge abseil daarentegen, vond ik iets minder leuk. Deze kwam ook pas op het allerlaatst, zodat ik daar de hele tocht tegenop heb gezien. Typisch ik weer. Vrijwel in het begin hadden we namelijk die van 20 meter gehad en die kwam onverwacht, we gingen zo snel overal doorheen dat ik geen tijd had om na te denken. Ik werd met een rotvaart naar beneden geschoten. Mijn hart stond stil, of in ieder geval had tie eenmaal beneden even tijd nodig om weer in zijn normale tikritme te komen. Bij de 40 meter wist ik dus hoe een abseil eruit zag: je komt op een plateau en ziet geen kabels waarmee je naar een ander plateau zou kunnen ziplinen, geen trappen, netten, niks van dit alles waarmee je naar beneden zou moeten gaan. De enige weg naar beneden is dan via een gat in het plateau, gewoon recht naar beneden. Na die 20 meter in het begin zorgde ik dat ik constant als eerste naar de volgende beproeving mocht zodat ik het plateau kon scannen en meteen wist waar ik aan toe was. Op het plateau van de 40 meter aangekomen wilde ik opeens niet meer als eerste... Ik heb onze gids vervolgens meerdere malen kraakhelder gemaakt dat ik me opeens niet helemaal goed voel en dat ik langzaam, “I mean really really slowly, like for real, no jokes”, naar beneden gelaten wil worden. Onze gids was namelijk nogal van de grapjes... Gelukkig werden mijn gebeden gehoord en kwam ik na een opname van 1 minuut (Guy had mijn allerlaatste sjieke afdaling willen filmen, maar omdat het me eerst boven nogal wat tijd kostte om onze gids te instrueren en ik daarna in slowmotion naar beneden werd gelaten, ziet het er op film nogal boring uit) veilig aan op vaste grond. Op het filmpje kun je de angst, en tegelijkertijd de opluchting, wel van mijn gezicht aflezen.

Dan een van mijn hoogtepunten van onze reis: meeting the elephants. We zijn naar een opvangcentrum voor olifanten geweest. Hier woonden olifanten die van tevoren samen hadden geleefd met de Karen stam. We hebben lange tijd getwijfeld of we het tripje naar de olifanten moesten maken of niet, je hoort namelijk vaak vervelende verhalen over hoe olifanten in Thailand worden uitgebuit en mishandeld, met name omwille van het toerisme. Aan de ene kant wil ik absoluut niet meewerken aan dergelijke praktijken, aan de andere kant is het ook een super mooie ervaring om deze wezens in zo’n omgeving te aanschouwen. Na het internet te hebben afgespeurd en meerdere mensen te hebben geraadpleegd, kwam ik uit bij een opvangcentrum waar ritjes op olifanten absoluut not done zijn (zij stelden dit niet alleen op hun website maar eenmaal daar bleek dat ze dit ook écht niet faciliteerden) en waarover door kenners werd gezegd dat de mensen hier “goed” zijn voor de olifanten. 100% goed is het natuurlijk nooit, want de dieren horen natuurlijk gewoon vrij in de natuur te leven, maar dan zou je bezoekjes aan een dierentuin ook achterwege moeten laten. Ik was opgelucht toen we bij het centrum aankwamen en de olifanten compleet vrij rondliepen, zonder kettingen om hun poten, zonder touwen om hun nek, de stonden zelfs niet achter een hek. De dag begon met een praatje over de olifanten en hoe deze bij het centrum terecht zijn gekomen. Daarna was het tijd voor het leukste gedeelte van de dag: het voeren van de dieren. Ons werd verteld dat olifanten je vrienden zullen zijn, zolang je ze maar bananen geeft. Zoveel mogelijk bananen. Hoe meer bananen, hoe meer vriendschap (beetje een kortzichtige vriendschap, maar het kon mij niet schelen, ik ging er helemaal voor). Ik heb die dag een heleboel nieuwe vrienden gemaakt. De olifanten pakten de bananen met hun slurf maar ze openden ook hun mond en dan kwam hun dikke, glibberige tong tevoorschijn. Gek gevoel was dat. Voor de baby olifant moest je de bananen eerst schillen voordat hij ze mocht opeten. 

De baby kreeg, zoals jullie wel zullen begrijpen, de meeste aandacht. Ikzelf stelde me voor dat er uit het niks een olifant op je af zou komen gerend. Je zou dan beter afzijn wanneer het de relatief kleine baby zou betreffen. Ik gaf mezelf dan nog enigszins een klein kansje niet te worden geplet. Waarschijnlijk ten onrechte want ook de kleine baby’s zijn al mega sterk. De oudere olifanten waren echt immens, best overweldigend in het begin. 

Na het voederen was het tijd voor een modderbad. De huid van de olifanten wordt in Thailand natuurlijk flink blootgesteld aan de zon. Modder beschermd de huid en werkt als een soort zonnebrand. Maar ook is modder goed tegen de mosquito’s. Het modderbad was een substantie die bestond uit daadwerkelijke modder, vermengd met poep en plas van de olifanten. Heerlijk. Guy dacht go for it en lag als eerste in het bad de olifanten te besmeren. Ik was iets afwachtender ten opzichte van dit gedeelte van de dag. De olifanten bepaalden zelf wanneer zij genoeg hadden van de modder en na een tijdje besloten zij dan ook gezamenlijk op te stappen en naar de rivier te lopen. Wij erachter aan: tijd om ze te wassen. Ze leken het fantastisch te vinden en spoten enthousiast met hun slurven water de lucht in (en in mijn gezicht: ik scheen als best friend gebombardeerd te zijn tot slachtoffer), rolden door het water, de baby olifant klom op zijn moeder, een groot feest. En daarmee was onze dag tot een einde gekomen.

We hadden nog een vrije dag over in Chiang Mai en besloten naar de Long Neck stam te gaan. Dit zijn de mensen met de lange nekken, ook wel giraffe mensen genoemd, door de koperen ringen die ze om hun nek dragen. Ik heb me verbaasd over hoe lang sommige nekken leken. Ik zeg ‘leken’ omdat het blijkbaar niet de nek is die langer wordt, dit is slechts een illusie. De schouders worden door de ringen naar beneden geduwd waardoor het lijkt alsof hun nekken worden uitgerekt. De giraffe mensen wonen in een dorp buiten de stad. Als we geweten hadden dat het zo’n commerciële bedoeling was, hadden we dit bezoek overgeslagen. We kwamen bij het dorp, dat compleet afgesloten was van de rest van de wereld en waar je entree moest betalen om er binnen te gaan. Vervolgens kon je door het dorp lopen dat kort gezegd bestond uit allemaal huisjes waar de mensen souvenirs verkochten. Ik had verwacht dat je hier meer zou kunnen zien van hoe deze mensen leven. Jammer. De mensen zelf leken ook niet echt gelukkig, iedere dag toeristen over de vloer die foto’s maken en je aangapen. Maar aan de andere kant kiezen ze er ook zelf voor om op deze manier hun geld te verdienen.

Na Chiang Mai reisden we door naar Kanchanaburi, waar we na een busreis van twaalf uur (laatste echte lange busreis, hiephoi) aankwamen. Kanchanaburi was meer onze doorreis naar Bangkok, want we zijn hier maar twee nachten geweest. Guy wilde hier graag heen omdat hier de Bridge over the River Kwai ligt, van de gelijknamige film. Ikzelf heb de film nooit gezien dus voor mij was het gewoon een brug als zovelen. De dag erna zijn we naar de Erawan watervallen geweest. Het zoveelste wereldwonder dat we tijdens onze reis mochten bekijken. We hadden al heel wat watervallen gezien maar deze konden niet tippen aan wat we in Erawan hebben gezien. Prachtig, flinke hoogtemeters gemaakt want de watervallen bevonden zich op verschillende niveau’s. Kraakhelder blauw-groen water, met vissen in alle maten die maar al te graag een free foot massage verzorgden en alle eelt van je voeten aten. Verder viel ons in Kanchanaburi op dat er weer veel Westerse mannen met Aziatische dames rondliepen. Blijkbaar zijn er in Thailand bepaalde steden/gebieden die erg in trek zijn om een dergelijke vakantie te vieren. We waren zo benieuwd geworden naar dit fenomeen dat we bij een cafeetje zijn gaan zitten en onder het genot van meerdere drankjes de hele middag onderzoek hebben gedaan en ons hebben verbaasd over de redenen voor een dergelijke vakantie en de prijzen die hiervoor betaald worden. We kwamen zelfs uit op forums, waarop mannen al hun ervaringen deelden en zelfs tips gaven voor andere mannen die interesse hadden in blijkbaar het geweldigste wat het op deze wereld geeft. Om de verhalen op deze forums hebben we stiekem wel even kunnen lachen. 

Van Kanchanaburi op naar Bangkok. De stad waar we al veel verhalen over gehoord hebben: het mega chaotische verkeer, mensen die hier lang zijn blijven hangen en het helemaal geweldig vonden, de Co van Kessel fietstour als een echte aanrader en nog veel meer. Wat betreft de Co van Kessel fietstour hadden we voor onszelf al een beeld gevormd en daardoor viel dit een beetje tegen. We lazen op internet reacties dat mensen dit het leukste vonden dat ze in heel Thailand hadden gedaan en dat dit the best day of someone’s life was geweest. Wij vonden het leuk maar niet meer dan dat. Waarschijnlijk ook omdat wij deze activiteit deden op een moment dat we al ontelbaar veel tempels hadden gezien. Tijdens deze tocht bezocht je nog twee tempels. De verhalen die hierbij verteld worden veranderen echter niet, zodat we inmiddels wel in staat zijn om zelf een dergelijke tour te verzorgen. Verder ging je langs een marktje waar je lokale ‘lekkernijen’ mocht proeven. De gebakken bananen kenden wij al van Cambodja, dus dat was niks nieuws. Wel kregen we roze (ja letterlijk knalroze) eieren voorgeschoteld, waarvoor we vriendelijke bedankt hebben. Guy en ik eten allebei geen gekookte eieren, dus dat verklaarde sowieso al onze vieze gezichten. Maar dit waren gefermenteerde eieren, zodst ze langer houdbaar bleven. De Thaise mensen noemen ze ook wel ‘100 year eggs’. De eieren waren niet wit, maar bruin van kleur. Iemand die na deze informatie nog een lekker eitje wil proberen...? Het feit dat het een fietstour was vonden we wel erg leuk. Het was fijn om weer eens op een fiets te zitten. Ik wil dan ook helemaal niet negatief doen over de Co van Kessel fietstour. Ik denk namelijk dat als Bangkok onze eerste of een van onze eerste bestemmingen zou zijn geweest, dat we deze tour net als velen anderen helemaal geweldig hadden gevonden. 

Ook Bangkok ademde een en al toerisme. Wat betreft het vervoer ondervonden wij hier nogal last van. Bangkok is een mega grote stad. Wij logeerden in het ene gedeelte en wilden graag een avond naar een rooftopbar in een ander gedeelte. Het bleek gewoon onmogelijk om van de ene naar de andere plek te komen zonder veel geld uit te geven. Bangkok heeft geen tram of metro, het openbaar vervoer is niet in het Engels geregeld en alles lopen is geen optie want dan heb je na een dag geen benen meer over. Je bent echt aangewezen op de tùktùk’s en de taxi’s. Wij besloten op zoek te gaan naar de goedkoopste tùktùk. Al snel werden we aangesproken door een meneer die ons maar wat graag wilde vervoeren. Hij vroeg 300 Baht voor het ritje. Toen hij merkte dat wij nog niet de helft wilden betalen, kwam hij met een voorstel. Hij vroeg 100 Baht voor het ritje met als voorwaarde dat we wel nog even een korte stop ergens moesten maken. Een korte stop, hoe bedoel je? We zouden stoppen bij een soort reisbureau dat tickets verkoopt voor bus, trein en boot, afhankelijk van waar je heen wilde. De meneer vertelde ons dat wij daar 5 minuutjes naar binnen moesten gaan, gewoon voor de vorm, en dat we moesten doen alsof we geïnteresseerd in het kopen van een ticket, om vervolgens naar buiten te lopen en te zeggen dat we ons nog even zouden bedenken. Hijzelf hield aan dexe korte stop iets positief over want hij zou dan een voucher krijgen voor gratis benzine voor in zijn tùktùk. Daarna zou hij ons meteen naar onze plaats van bestemming brengen. Het voelde eerlijk gezegd al niet helemaal goed, maar ik zag niet in wat er mis zou kunnen gaan. De man bracht het ook zo leuk en overtuigend. Wij ingestapt, korte stop gemaakt, en nog geen 5 minuten verder riep de chauffeur opeens “oh-ow”, stopte langs de weg en vroeg ons uit te stappen. Hij zei iets in de trant van dat we beter een taxi konden pakken. Ik vroeg nog waarom en wat dit te betekenen had, maar Guy was al uitgestapt. Hij had het spelletje al door terwijl ik nog steeds als een kuiken dat net uit zijn ei was gekropen, stond te kijken naar de tùktùk die ons gewoon achter liet. Ik snap het niet? We hadden toch een afspraak. Dit kun je toch niet maken?Blijkbaar vond die chauffeur van wel en blijkbaar gebeurt dit aan de lopende band in Bangkok. We waren in een scam getrapt, maar gelukkig niet betaald!

Wat betreft het eten en drinken was Bangkok ook verreweg het duurste. Rooftopbars zijn geweldig maar moet je niet te vaak komen. Een cocktail kost daar al snel 15 tot 20 euro. Het uitzicht daarentegen is onbetaalbaar en maakt het wel zeer zeker de moeite waard om een avondje in een rooftopbar te spenderen. De bekendste straat in Bangkok is Khaosan Road: dit is het grootste toeristische trefpunt ever. Een hele straat vol cafeetjes, eettentjes en winkeltjes, de tùktùk’s staan aan allebei de kanten van de straat in grote getalen klaar, je kunt er verder op iedere hoek tattoo’s laten zetten, souvenir troep kopen en je laten masseren. We hoorden op een bepaald moment een raar, doch bekend geluid achter ons. Bleek een taser te zijn, kon je daar gewoon op straat kopen. Wel een erg gezellige straat, vooral ‘s avonds als de straat verlicht is met de gekleurde lichtjes van de verschillende zaken. Trouwens kom niet voor verrassingen te staan wanneer je om de rekening vraagt en het te betalen bedrag veel hoger blijkt te zijn dan je zelf in je hoofd had, want ze rekenen overal 17% belasting en servicekosten bovenop. 

Wat ze op Khaosan Road ook verkochten was Durian: een bepaald soort fruit uit Thailand. Dit wordt gewogen en je betaald aan de hand van het gewicht. Behoorlijk prijzig ook, maar je moet het echt geprobeed hebben als je in Thailand bent geweest. Niet omdat het zo lekker is, nee, in tegendeel zelfs. Voor toeristen schijnt het echt niet te doen te zijn en ik kan dit inmiddels bevestigen. Het begint bij de geur, daar wordt het je al niet goed van. Vervolgens de structuur... Als ik er nu aan terugdenk komt de beleving weer helemaal terug. De smaak blijft zolang hangen en is zo muffig. We hebben één hapje geproeft en de rest weggegooid. Steeds als we daarna langs een Durian-kraampje kwamen roken we het al van ver en liepen we er met een grote boog omheen. In hotels en taxi’s hadden we ook steeds bordjes zien hangen met de tekst: no Durians allowed of don’t bring Durians. We weten nu waarom.

Van Bangkok naar het duikers walhalla: Koh Tao. Een eiland met ongelofelijk mooie idyllische stranden, een kraakheldere zee en zon. Maar voordat we in dit paradijs belandden, moesten we eerst nog een bootrit van 1,5 uur doorstaan. De zee was nogal ruig, dus dat hielp niet echt mee. We hebben 1,5 uur niks tegen elkaar gezegd, alleen maar strak naar buiten gekeken en goed doorgeademd. Guy nam de gok en ging toch even naar de wc. Als ik een tip mag geven: ga nooit lopen op een varende boot als de zee zo tekeer gaat. Hij kwam nog tien keer zo misselijk terug dan voordat hij besloot te gaan lopen. 

Oke. De planning voor Koh Tao was dat we allebei ons duikbrevet zouden gaan halen door het doorlopen van een driedaagse cursus. Vlak voordat we naar Koh Tao gingen heb ik eerlijk tegen Guy gezegd dat iets in me nogal opzag tegen het duiken en dat ik niet zeker wist of ik er wel zo’n zin in had. Misschien dat ik wel liever wilde snorkelen in plaats van duiken. Het feit dat je om 20 meter onder water zit en niet direct omhoog kunt als je in paniek raakt of als er iets gebeurt, voelde niet echt lekker. De duikinstructeurs waren van mening dat als ik er zelf niet 100% achter stond en het niet écht graag wilde, dat ik het dan beter niet kon doen. Dus Guy heeft uiteindelijk (helaas) alleen de cursus gedaan, en met succes! Maar dat kunnen jullie binnenkort in zijn eigen verhaal lezen. To be continued!! Wel zijn we na die drie dagen samen gaan snorkelen, waardoor ik de prachtige onderwaterwereld toch heb mogen aanschouwen. Door het kraakheldere water kon je perfect zien onder water. Allerlei soorten koraal gezien en vissen in de meest aparte kleuren. Helaas heen schildpadden, waar ik wel op gehoopt had. Achteraf gezien, zei ik tegen Guy, had ik eerst een dag moeten snorkelen, dan had ik de duikcursus wel aangedurfd. We zaten namelijk met allemaal duikers op een boot, waardoor ik precies heb kunnen zien hoe ze te water gingen en tijdens het snorkelen zag ik ze onder me door zwemmen. Spijt heb ik echter niet, het snorkelen was wat dat betreft goed genoeg voor mij. 

Wat ik die drie dagen dan gedaan heb? Ik had mijn eigen ritueeltje. Ik stond zo rond een uur of half 11 op en ging dan naar mijn vaste ontbijttentje, Coconut Monkey (ik mis het daar nu al). Heerlijke relaxed, direct aan zee. Ik had mijn vaste plekje op de kussens vooraan. Leesboek erbij, het geluid van de zee op de achtergrond. Het klinkt nu waarschijnlijk allemaal heel zweverig en ik kan jullie vertellen: dat was het ook! Dit was echt mijn moment van de dag. Ik bestelde dan overnight oats, yoghurt met fruit en granola of avocadotoast, een coconut latte erbij, daarna nog een healthy sapje en dan was ik zo 3 uur verder. Rond 2 uur lag ik dan op het strand, altijd hetzelfde plekje bij de boom zodat ik daar fijn mijn tas en kleren in kon ophangen. De heetste uren van de dag zaten er dan gelukkig al op. Toch ben ik de zee op Koh Tao echt gaan waarderen. Normaal gesproken zwom ik nooit in de zee of liep ik misschien één keer tot aan mijn buik erin en dan weer eruit, puur ter afkoeling. Hier was het water zo helder en niet steenkoud, dat ik meer in het water lag dan ernaast. Het strand bestond ook niet uit van dat mega dunne zand, maar was een soort van kiezelzand, dikker dan normaal. In de middag ging ik bij het strandtentje in de buurt nog wat drinken en dan rond een uur of half 6 richting het hostel. Nadat Guy klaar was met zijn cursus is hij toegetreden tot mijn ritueel en hebben we de laatste dagen nog gezellig samen doorgebracht. 

Op dit moment zijn we op Phuket, maar dit is enkel een doorreisbestemming. We hebben namelijk morgenvroeg onze vlucht naar Singapore. Hier hebben we nog precies drie dagen voordat we terug naar huis vliegen. Over Singapore zal ik daarom apart nog een kort verhaaltje maken. Mocht het met het i ternet hier niet lukken om de foto’s nu te uploaden, dan doe ik dat morgen. Jullie horen van me xxx

Foto’s

8 Reacties

  1. Inge Spierenburg.:
    17 december 2017
    Wat een mooi reisverslag weer. Foto's zullen wel volgen.En geniet nog van de laatste week.
  2. Helga Zeegers-Berghof:
    18 december 2017
    Prachtige foto’s.
  3. Evi Snel:
    19 december 2017
    Geniet nog van uche laatste daagjes en tot snel!!
  4. Inge Spierenburg.:
    19 december 2017
    de foto's ook weer prachtig. wat een inmens grote beesten die olifanten als jullie er zo bij staan.
  5. Rob:
    20 december 2017
    Kan ik hier schrijven ofmoet ikeerst inloggen?
  6. Rob:
    20 december 2017
    O.sorry, Nustaat het er wel.maar ik had Al 2 reacties geplaatst, die zijn vrdwenen. Afijn andere keer Dan.
  7. Rob:
    20 december 2017
    Sorry sorry, had een slechte verbinding kennelijk.Tja Laos.
    Zal eens rustig detijd nemen je uitgebreide verslag te lezen. Wat anders dan die verhalen van waar men lekker uitgeslapen heeft en hoeveel de was kostte.
    Of sex voor sommige mensen ' het belangrijkste is wat er op de wereld is', ach dat beeld heb Ik Dan weer van die freaks vol tattoos, de backpackers diedehele nacht doorfeesten ,vakantie beleven als puur consumeren, Aapjes kijken, of het r nu inlanders zijn of andere toeristen, de hele vakantie elkaar achterna reizen want zonder soortgenoten kunnen zeniet, het is maareen bril waardoor je kijkt, ik kan over die clichees well een boek schrijven.Alleen over die bril kan je maar met heel weinig mensen praten.Jij bent daar en beetje anders in.Tip voor rooftop bar: need een kamer bij Station Hotel, tegenover Hua Lampong, 350b. en loop naar het dakterras. Uitzicht geweldig, need je eigen biertje en eten van beneden mee. Slapen met veel verkerslawaai moet je wel kunnen. oOf need eens een drankje op het terras van RiverView Guest house, daar mag je zitten ook Al heb je gen kamer, en Dan tegen 6 als dezon ondr gaat de lichtjes van de rivierboten, grandioos!
  8. Olga crombag:
    21 december 2017
    Ga een boek uitgeven Esmée!
    Liefs