Deel 7: Vietnam

19 november 2017 - Cat Ba Island, Vietnam

Van Cambodja de grens over naar Vietnam. De busreis was geen pretje: ik voelde me nogal beroerd, misselijk en buikkrampen. Achteraf blij dat het in de bus daarbij is gebleven. Eenmaal aangekomen in het hostel werd het namelijk alleen maar erger en heb ik de hele avond op en bij het toilet doorgebracht. 'S nachts naar het ziekenhuis, want ja, dit waren toch wel de symptomen voor malaria, en als je ook maar symptomen had moest je dit meteen laten checken, werd ons overal op het hart gedrukt. Dit heeft me banger gemaakt dan eigenlijk nodig was, ik zou met deze symptomen normaal namelijk nooit naar het ziekenhuis zijn gegaan, maar goed... In het ziekenhuis bleek het een voedselvergiftiging te zijn (opgelopen in Phnom Penh, en ik was al geen fan van deze stad, thanks) en bleek dat ik toch wel flink uitgedroogd was, dus paar uurtjes aan het infuus gelegen (eerste infuus ever volgens mij, ik was zo suf dat ik de naald niet echt meekreeg). Vervolgens antibiotica en nog twee andere soort pillen meegrekegen. Eindstand: 300 euro lichter. Van Ho Chi Minh heb ik de eerste dagen dus niet veel meegekregen. 

Toen het weer wat beter met me ging, hebben we een Mekong Delta Tour gedaan. We hebben met een boot over de Mekong gevaren en zijn op de verschillende eilandjes geweest. Daar hebben we coconut candy geproeft (heaven! Je mocht deze proeven op het moment dat ze vers van de pers kwamen. Er stond een mandje en daar mocht je er dan een uitpakken en doorlopen naar het volgende. Maar ik sloot natuurlijk fijn weer achteraan aan. Ik denk dat ik al snel 20 van die dingetjes naar binnen heb gepropt.), zijn we op een krokodillenfarm geweest waar je krokodil kon eten, maar bijvoorbeeld ook schildpad:(, heeft Guy alcohol met dode slang geproeft, kon je op de foto met een gedrogeerde wurgslang (niet gedaan!) en hebben we honing geproeft van de bijen die daar in de kasten zaten. De tour was spotgoedkoop, later kwamen we erachter waardoor dat kwam. Onderweg stopten se namelijk nog even bij een soort Tel Sell-achtige locatie waar een mevrouw ons allemaal spullen van coconutfiber probeerde aan te smeren. Haardoeken, poetslapjes of een magic skarf. 

De dag erna hebben we een bezoek gebracht aan de Cu Chi Tunnels. De boobytraps zagen er nogal cruel uit en toen de gids voordeed hoe deze boobytraps in zijn werk gingen bleken ze dat ook echt te zijn. De tunnels zelf waren als je het mij vraagt niet gemaakt voor mensen, laat staan voor westerse mensen. Guy is er toch ingeweest en heeft een paar foto's weten te maken van het begin van de tunnels. Op het laatst werd foto's maken lastig omdat je dan letterlijk met je ellebogen over de grond moest kruipen. Zoals jullie waarschijnlijk wel zullen verwachten, ben ik de tunnels niet ingeweest. Daar was ik ook blij om toen ik bij de eerste stop (je kon elke 10 meter besluiten om via een nooduitgang eruit te gaan) een meisje huilend en hyperventilerend eruit zag komen. 

Ho Chi Minh City is een bruisende stad, een stuk meer westers dan Hanoi. Wij hebben het er erg naar onze zin gehad. Eerlijk gezegd was het ook wel weer eens fijn om wat meer welvaart en een westerse sfeer te proeven. Ik heb al tegen Guy gezegd dat het echt fijn is dat onze laatste trip die naar Singapore is, lekker luxe en westers, dat hebben we dan toch in lange tijd niet gehad. Er waren dagen dat we even klaar waren met het Vietnamees eten. Dan gingen we naar een mega mooie zaak: Pizza4P's (thanks to Jolijn!) en aten we een overheerlijke pizza. Zelfs in vergelijking met de pizza's in Europa heb ik zelden zo'n lekkere pizza gehad. 

We merkten in Vietnam meteen het verschil met Cambodja: Cambodja is in vergelijking met Vietnam echt een mega arm land met geen of nauwelijks voorzieningen, en als die er al zijn dan zijn deze slecht geregeld of niet of nauwelijks geregeld. Naar Vietnam zouden wij graag nog eens terug gaan (met beter weer in ieder geval), terwijl wij Cambodja echt wel gezien hebben. 

Na Ho Chi Minh zijn we verder gereisd naar Dalat. Waarom Dalat? Eerlijk gezegd gingen we hier puur heen voor een top sushi-restaurant en een secret tour, beide op aanraden van Luuk. Uiteindelijk vonden we Dalat een van de leukste plaatsen waar we zijn geweest, zo'n fijne sfeer. De secret tour moesten we boeken via het hotel waar we sliepen. Toen we daar naar de tour vroegen, deden ze ook een beetje geheimzinnig en ze vertelden ons dat ze het zouden gaan regelen. De volgende dag werden we vroeg opgehaald door het neefje van de bekende Mr. Rot (secret tour van Mr. Rot). Mr. Rot himself bleek ziekjes en zou ons tijdens de lunch vergezellen. Later zou ons blijken dat de secret tour van Mr. Rott bekend staat in heel Dalat en dat er zelfs fake tours worden aangeboden onder dezelfde naam. Er zijn aldus fake Mr. Rot's in de omloop. Hij was daarom erg blij dat het hotel hem had gebeld, want nu hadden we gelukkig te maken gehad met de real Mr. Rot. En dat was me wel een persoonlijkheid apart. Nou, wat houdt de tour zoal in? Om te beginnen is alles secret natuurlijk, wij wisten van tevoren ook niet waar we overal heen zouden gaan en wat er zou gaan gebeuren. We zouden naar een secret place gaan. We kwamen terecht bij een krekelfarm waar we krekels hebben gegeten, gefrituurd en met een sausje, zodat je van de krekel zelf eigenlijk niet veel meer proefde. De structuur stond mij echter niet zo aan, maar ik heb het wel geprobeerd! Als je me in september had verteld dat ik dit zou gaan doen, dan had ik je uitgelachen en voor gek verklaard. 

Vervolgens gingen we naar een lokale markt, waar we de regels van het onderhandelen kregen bijgebracht. Regel 1: onderhandelen is voor vrouwen. Hele belangrijke regel! Vrouwen betalen namelijk standaard een lagere prijs dan mannen voor eenzelfde goed. Ik werd benoemd tot onderhandelaar van de groep en moest steeds in het Vietnamees vragen hoeveel we moesten betalen. Hoewel ik steeds het zinnetje vergat en mijn uitspraak van het Vietnamees sowieso nogal lachwekkend was, begrepen ze toch wat ik wilde vragen en was onze gids blij dat ik zo'n lage prijs had weten te regelen. Ik had niet echt het idee dat ik iets geregeld had, maar hey, hij blij en ik dus ook blij. Regel 2: in de ochtend mag niet worden onderhandeld. Wij waren in de ochtend op deze markt en merkten dan ook dat er heel weinig mensen op de markt rondliepen. De gids vertelde ons dat dit puur komt doordat de prijzen in de ochtend veel hoger zijn dan in de middag. De handelaren willen in de ochtend het geld voor de hele dag binnenhalen, want in de middag gaat alles voor veel minder geld weg. De gids vertelde ons ook dat wanneer hij in de ochtend als eerste klant bij een handelaar komt, hij eigenlijk verplicht is iets te kopen. Wanneer je namelijk niks koopt als eerste klant dan geef je de handelaar als het ware ongeluk voor de hele dag. Vaak kocht hij dan niet hetgeen waarvoor hij eigenlijk kwam, maar kocht hij het meest goedkope item. Zo had hij toch aan zijn 'sociale plicht' voldaan. 

Onze volgende stop was de Elephant Waterfall, de grootste waterval in die regio. Mooi vond ik hem niet want het water was helemaal bruin. Daar in de buurt lagen de koffie- en curryplantages. De curry stond bij de koffie omdat voor curry geen hele plantages werden aangelegd. Curry is namelijk een super goedkoop product, terwijl voor het oogsten van curry veel arbeid vereist dit. De hoeveelheid arbeid die erin gestoken moet worden staat dus niet in verhouding tot de opbrengsten. 

Na de lunch bij een Vietnamese familie hebben we de village bezocht. Er is in Dalat (en ik denk in heel Vietnam en wellicht zelfs in heel Zuidoost Azië) een groot verschil tussen 'village people' en 'city people'. De mensen in de village zijn (mensen)schuw en echt serieus bang voor westerse mensen. Ook hebben de village people een eigen taal, die in niets lijkt op het Vietnamees (naar ik aangenomen hen, want zelf versta ik natuurlijk van beide talen geen fluit). De village is afgesloten van de stad en hier komen dan ook amper westerse mensen. Wij probeerden op een bepaald groepje  af te stappen, maar deze mensen begonnen zo hard te schreeuwen dat wij er zelfs een beetje bang van werden. Vroeger is hier het een en ander gebeurt, waardoor de overheid de westerse mensen nu probeert te weren van de village. Mr. Rot is van origine village people, maar werd in zijn jeugd geadopteerd door iemand uit de city. Hij spreekt de taal van de village beter dan het Vietnamees, vandaar dat het voor ons mogelijk was om erheen te gaan. Mr. Rot vroeg ons echter om dit deel van de tour echt secret te houden, juist vanwege het feit dat de regering hier bovenop zit en probeert te voorkomen dat westerse mensen in dit gebied komen, so I will keep this as a secret. Wat ik wel kan zeggen is dat het ontmoeten van deze mensen een hele bijzondere ervaring was, misschien wel het meest bijzonder van onze hele reis tot nu toe. 

Terug aangekomen bij de familie van de lunch, kregen we nog een fruitproeverij. Kleine appeltjes, guave, paarse dragonfruit, Vietnamese kersen, vruchten die leken op lychees maar het niet waren. Dit was mijn tweede favoriete deel van de tour, want ik hou echt van fruit. Op het land van deze familie huppelden een paar uberschattige puppies rond, waar ik mijn ogen niet vanaf kon houden (en nee, ik heb ze (kostte mij veel moeite, dat wel) niet geaaid want ik ben veelste bang voor hondsdolheid. Al meer dan 2 maanden geen hond of kat aangeraakt, ze mogen Ziggi thuis alvast gaan voorbereiden op mijn thuiskomst.). Maar via deze schattige puppies kwam onze gids op het volgende verhaal: zoals wij al wisten eten ze hond in Vietnam. Hondenvlees is blijkbaar echt een delicatesse en nogal duur. Onze gids (Jessica) vond hond vroeger echt heerlijk. Nu had onze gids vroeger ook een lief, klein hondje waar hij heel graag mee speelde. Op een dag had de familie groot feest, maar er was geen geld voor een feestmaal. De moeder wilde graag het hondje als feestmaal op tafel, maar Jessica zag het hondje als zijn speelkameraad en wilde dit dus absoluut niet. Jessica werd met wat geld weggestuurd met de mededeling dat hij videogames mocht gaan spelen. Jullie kunnen het waarschijnlijk al raden: toen hij terugkwam lag de hond op tafel. Hij vertelde dat hij er toen niet van gegeten heeft en dat hij sindsdien zelfs helemaal geen hond meer eet. Dit verhaal deed mij heel erg denken aan het verhaal van Flappie met kerst. 

Het einde van de tour bestond uit een lesje Vietnamees. Het maakt in de Vietnamese taal heel veel uit op welk deel van een woord je de klemtoon legt. Dat bepaald namelijk de betekenis. Zo kan één woord vaak drie betekenissen hebben. Hierbij had Jessica ook nog een grappig verhaal: er was een keer een westerse man die papaya's wilde kopen. Hij had het Vietnamese woord voor papaya uit zijn hoofd geleerd en ging naar een winkeltje waar een mevrouw onder andere papaya's verkocht. Toen hij zei dat hij papaya's wilde kopen, ging de mevrouw helemaal uit haar plaat en begon hysterisch te schreeuwen. Hierop kwamen omstanders polshoogte nemen, waarna zij de westerse man begonnen te slaan en te schoppen. De man had geen idee wat er aan de hand was, hij wilde immers gewoon papaya's kopen, en bleef dit dan ook herhalen. Een Engels sprekende Vietnamees hoorde dit en schakelde meteen. De westerse man had de klemtoon van het woord papaya verkeerd gelegd en zei in plaats van dat hij papaya's wilde kopen telkens: "I want to fuck you". Daar was de mevrouw natuurlijk flink van geschrokken. Misverstand(je). De papayaboom wordt sindsdien de 'fucking tree' genoemd. 

Na zoveel steden te hebben bekeken en actieve dingen te hebben gedaan, waren we (met name ik) toe aan een weekje zon, zee, strand. Hoewel van de zon niet veel terecht kwam (hebben twee dagen stromende regen gehad), hebben we lekker kunnen relaxen in Mui Ne. De weersvoorspellingen waren inderdaad niet al te best, maar de ervaring leert dat die in deze landen vaak niet kloppen. Helaas, dit keer dus wel... We hebben in Vietnam sowieso nogal slecht weer gehad, ik denk wel 2 van de 4 weken. De zee in Mui Ne was nogal wild: golven van een à twee meter hoog. Wij dachten leuk, een soort golfslagbad. Het was ook leuk, totdat je te dicht bij het strand kwam. Dan werd je namelijk met volle kracht het strand op gedreven, om vervolgens door de onderste stroom weer te worden meegenomen. Mijn bikini zat overal waar hij niet hoorde te zitten (en het welwetende publiek stond zich dit amusant vanaf het strand te bekijken) en ik droeg zo'n vijf kilo aan zand met me mee. Met name mijn haar zat helemaal vol, en dit heeft ook echt tot drie dagen later daar vastgezeten. Vervolgens fijn onze handdoeken neergelegd op het droge, waarna op een onoplettend moment een vloedgolf over het strand komt gedreven en onze handdoeken compleet wegspoelt. Kortom, dit was onze eerste en eenmalige ervaring met zon, zee, strand. 

In centraal Vietnam raasde op dat moment typhoon Damrey over het land. Wij zouden na Mui Ne naar Hoi An gaan, een plaats die nogal heftig getroffen was door de typhoon. We hebben even getwijfeld maar zijn uiteindelijk toch gegaan omdat we ons door meerdere hadden laten vertellen dat Hoi An een van de leukste plaatsen, zo niet dé leukste plaats van Vietnam is. We kwamen op weg naar Hoi An door Nha Trang, een grote ravage: bomen ontworteld en over de wegen geslingerd, kappen van winkeltjes afgebroken, golfplaten van de huizen af, strand onherkenbaar. Eenmaal in Hoi An aangekomen heeft chauffeur een uur gezocht naar een weg die begaanbaar was om ons met de bus af te zetten. Het hele stadscentrum stond tot boven de knieën onder water. Je kon in bepaalde straten lopen maar steeds werd de weg op een gegeven moment gesperd door het water. Pap stuurde me een afbeelding door van een Vietnamese vrouw die tot net aan haar hoofd onder water stond. Dit was inderdaad best mogelijk wanneer je je bedenkt dat de gemiddelde Vietnamees net tot aan mijn elleboog komt. En wij zijn enkel tot aan de rand van het stadscentrum gekomen, want daar begon het water. Maar de stad liep naar het centrum af, dus in het échte centrum staat het water het hoogst. Dat de stad overstroomt was, vonden wij erg jammer. Er hing namelijk een super gezellig sfeer in Hoi An. Smalle straatjes met lampjes, leuke winkeltjes waar je meer kon krijgen dan alleen troep, leuke cafeetjes. Het bleef ook regenen, dus het water had geen kans om weg te komen. Op dag 3 hebben wij daarom, eerder dan gepland, de bus gepakt naar Phong Nha. 

Phong Nha staat bekend om haar prachtige caves. Wij hebben twee grotten bezocht: de Paradise Cave, die bekend staat als de allermooiste van allemaal, en de Phong Nha Cave, waar je met een bootje doorheen gaat. De slagagmieten en stalagtieten hadden verschillende marmer-achtige kleuren en waren er in alle vormen en maten. Indrukwekkend om te zien hoe de natuur zoiets moois zelf kan creëeren, zonder hulp van mensenhanden. Oke, we kwamen naar Phong Nha voor de grotten, maar we hadden nog een dag over en we hadden geen idee wat er buiten de grotten nog te zien viel. Nooit gedacht dat we op deze dag misschien wel de tweede meest bijzondere ervaring van deze reis zouden meemaken: The Duck Stop. The Duck Stop is een eendenfarm waar ze toeristen een kijkje in eigen keuken geven. We kregen een duckmassage: in onze handen en op onze voeten werd voer gestrooid, waarna de eenden op ons af stormden en met ons snaveltjes begonnen het voedsel op te pikken. Dit was nogal een apart gevoel en het kriebelde enorm. Vervolgens mochten we een voor een met het voederbakje naar de andere kant van het land rennen. De eenden achtervolgden je (uitgehongerd, alsof ze al dagen niet gegeten hadden) op de voet. Vervolgens ook de weg terug. Dit was zo'n grappig gezicht, met een Vietnamese hoed op en de eenden in een stroom waggelend achter je aan. De laatste activiteit met de eenden: pak een eend beet, gooi hem in het water terwijl je een wens doet. Wij keken die mensen aan alsof ze niet helemaal goed bij hun hoofd waren, maar dit was uiteindelijk zó raar en daardoor zó grappig. Ik hoop dat ik het filmpje krijg geupload. De eend vastpakken ging makkelijker dan gedacht, en ze waren zo zo lekker zacht. Ze leken het wel prima te vinden, leunden lekker relaxed in een soort zithouding achterover. Ik was even bang dat eenden niet konden vliegen en dat ze echt met een klap op het water tercht zouden komen, maar op het moment dat wij ze loslieten sloegen de eenden hun vleugels uit en landden ze soepel op het water. Als afsluiter van de dag nog een ritje op een over-enthousiaste buffalo. Buffalo's worden hier veel gebruikt als een soort trekpaard van vroeger, om de grond te ploegen bijvoorbeeld of om andere dingen van de ene plaats naar de andere te trekken. Ook worden ze gehouden voor het vlees. Op Vietnamese bruiloften bijvoorbeeld, daar wordt vaak een buffalo klaargemaakt als feestmaal. 

We hadden die dag een scooter gehuurd en vervolgden onze weg naar een pub waar je achter het gebouw je eigen kip kon uitzoeken en zelf kon killen, waarna deze à la minute klaargemaakt werd. Een groepje had dit gedaan en hun ervaring vastgelegd op film. Volgens Guy zag het er nogal luguber uit, vooral omdat niet in een keer raak werd gehakt/geslagen, en ik geloof hem op zijn goede ogen. 

Inmiddels zijn we in het noorden van Vietnam aangekomen. Een aantal dagen geleden waren we in Hanoi. En daarbij moet ik echt meteen benoemen dat Egg Coffee the best thing ever is. Egg Coffee is echt het lekkerste in de categorie 'lokaal eten & drinken' dat ik tot nu toe heb geproefd. Hanoi staat er bekend om en wij hebben het tentje met de beste variant ontdekt. We verheugen ons nu al op die ene dag die straks we nog in Hanoi verblijven voordat we naar Thailand vliegen. Wat is Egg Coffee? Het is koffie met daar bovenop een geklopte eidooier (en waarschijnlijk een halve kilo suiker) waardoor je een mega romige, dikke, zoete laag op je koffie krijgt. Eigenlijk doe je tekort aan het goedje door het de benaming 'koffie' te geven. Beter zou zijn 'toetje'. Voor mij hadden ze trouwens het beste van twee werelden: het heerlijke 'egg' van de Egg Coffee maar dan met warme chocomelk in plaats van met koffie. Écht heaven, geloof me. Ik ga thuis een recept op internet zoeken en dit sowieso non-stop maken. 

In Hanoi zijn de naar twee musea geweest: het Vietnamese Woman Museum en het museum over Ho Chi Minh. Het museum over Ho Chi Minh vond ikzelf qua inhoud minder interessant maar de expositie was heel 'artsy' opgezet, zoals Guy en ik het noemen. Bijna kunst zo mooi. Het Woman Museum vond ik qua inhoud weer erg interessant en mooi om te horen hoe Vietnamese vrouwen zowel in de geschiedenis als heden ten dage hun steentje bijdragen aan de opbouw van Vietnam. De eerste verdieping liet het Vietnamese huwelijk zien. Nou, neem van mij aan dat het een hele opgaaf is om hier te trouwen. Voordat je getrouwd bent, heb je al minstens tien rituelen doorlopen. Verder draait het bij het Vietnamese huwelijk ook in grote mate om de families achter de bruid en bruidegom en moeten er over en weer 'cadeau's' worden gegeven die symbool staan voor de waarde van de bruid of bruidegom voor zijn of haar familie. Vaak moet namelijk ofwel de bruid bij de familie van de bruidegom gaan wonen, ofwel de bruidegom bij de familie van de bruid gaan wonen. 

Iets dat ons in heel Vietnam is opgevallen: de Vietnamezen, en ook de oude opaatjes em omaatjes, doen heel erg hun best om fit te blijven en zijn dit volgens mij ook. Vooral in de ochtenden, in parken en bij het water, vind je tientallen Vietnamezen die aan dagelijkse ochtendgymnastiek doen. Ik moet eerlijk toegeven, de oefeningen die ze doen zijn niet altijd even bruikbaar en nuttig, maar ze proberen het tenminste en zijn wel in beweging. Ook al is de daadwerkelijke beweging die ze maken maar minimaal. Ik denk dat ze het ook echt zien als een ontmoetingsplek in de ochtend. Het zag er van een afstandje in ieder geval heel gezellig uit. 

Wat ons ook opvalt aan de Vietnamezen, is dat deze mensen graag hun Engels willem oefenen. Wij zaten op een bankje in een park en uit het niets kwam een man op ons afgestapt en die begon over random dingen met ons te praten, misschien wel een half uur lang. Hij was zelf Engels leraar. Waar ik me het meest over verbaasde is hoeveel hij wist over Europa. Bijvoorbeeld wat de munteenheden van Denemarken en Zwitserland zijn en hoe Nederland in elkaar zit met plaatsen onder en boven de rivieren en dat wanneer wij Holland zeggen, we niet heel Nederland bedoelen. 

In datzelfde park hadden we het geluksmomentje van de dag: we vonden geld. Maar liefst 580.000 eenheden. Dan denk je, we plakken er nog een vakantie aan vast of gaan eens luxe uiteten met een goed glas wijn (grapje, de wijn hier is niet te drinken). Maar in euro's uitgedrukt betreft het helaas maar 23 euro. Wel fijn meegenomen overigens. 

Van die 23 euro zijn we meteen een lekker pho'tje gaan eten. Pho betekent in het Vietnamees noodlesoep en wordt hier vooral gegeten als ontbijt. Voor omgerekend nog geen euro heb je een heerlijke bak (wat het zijn flinke porties) water met noodles, groenten en beef of scampi. Vaak met limoen, lemongrass, koriander en pepertjes opgediend. Wij zijn fan! Ik had eerst nogal moeite met warm eten als ontbijt, maar van die pho als ontbijt ben ik steeds meer gaan houden, vooral omdat de westerse ontbijtjes zowel qua smaak als qua hoeveelheid vaak tegenvallen. 

Dan een leuk weetje. Eindelijk iets waar ik in uitblink boven Guy. Ik ben pro-oversteker! Dat heb ik zowel in Ho Chi Minh als in Hanoi bewezen. Hoe word je pro-oversteker? Ten eerste: vooral niet op of om kijken, want dan ben je weg. Op het moment dat de Vietnamezen zien dat je hun gezien hebt dan rijden ze gewoon door want dan vinden ze dat jij wel kunt stoppen. Ten tweede: absoluut niet bang zijn, want dan ben je ook weg. Niet twijfelen en gewoon beginnen te lopen. En in een tempo doorlopen, niet onderweg opeens stoppen of langzamer gaan lopen. En verder vooral hopen dat de rij-skills van de mensen op scooters oke zijn. Oh en wacht vooral niet totdat de weg vrij is, want de weg is hier nooit vrij. 

Terwijl we door de straten van Hanoi liepen en langs de weg gingen zitten om iets te eten, deed me het volgende aan mijn vakanties in Spanje denken. Op een bepaald moment ontstond er ineens complete chaos en paniek, alle plastic stoeltjes en tafeltjes bij het eettentje werden ingeklapt en verstopt, deze werden zo onder de gasten en hun eten uitgetrokken. Dit gebeurde allemaal in enkele seconden. Vervolgens werd alles na 5 minuten weer netjes terug gezet, al het eten weer op tafel, de gasten konden hun tafeltje weer opzoeken. Wat bleek, op zo'n moment was de politie in de buurt en dit werd via via doorgespeeld naar de mensen met de eettentjes. Zij hadden alleen toestemming (geen idee of dat in deze landen ook met vergunningen werkt) om tafeltjes en stoeltjes te plaatsen onder de gevel, niet om de hele (veelste smalle) straat vol te barricaderen. In Spanje zie je dit ook bij de handelaren met hun lakens vol met 'Ray Bin' zonnebrillen, 'Cucci' riemen en allerlei andere prullaria. 

Van Hanoi gingen we met de boot naar het eiland Cat Ba en daar zijn we nu nog steeds. We hebben gistere een soort cruise gemaakt naar een van de wereldwonderen: Halong Bay. We hebben tussen de kalkstenen rotsen/eilandjes gekajakt. Helaas in de stromende regen, maar toen we eenmaal doorweekt waren kon het allemaal niet meer schelen en had de regen ook wel weer iets avontuurlijks. Avontuurlijk als we zijn. Ik persoonlijk ben van mening dat we een goed team waren in de kajak en dat ik het voor de eerste keer uitmuntend goed deed. Guy daarentegen denkt daar ietwat anders over. Op zee nog kwallen gezien van een halve meter bij een halve meter. En ondanks het slechte weer had ik toch een rode neus en stond mijn topje op mijn lichaam geprint. Al met al een leuke dag! 

Morgen zijn we nog een dag hier en overmorgen vertrekken we voor nog één dag naar Hanoi. Daarna gaan we verder naar Thailand en hopen we op een paar weken alleen maar zon en 30 graden. We merkten dat hoe noordelijker je in Vietnam komt, hoe meer invloeden je tegenkomt van China. Je bent hier natuurlijk weer bijna bij de Chinese grens, dus is ook best logisch. De Chinese cultuur komt in Hanoi echt weer terug en dat wordt door ons niet echt als heel positief ervaren. Dus blij dat we over een paar dagen naar Thailand gaan! Ik bedacht me vandaag dat op de dag dat wij naar Thailand vliegen (de 22ste), we nog precies 4 weken hebben voordat we terug naar huis vliegen. De tijd vliegt echt! 

Tot over een paar weken bij het verslag over Thailand!

Foto’s

3 Reacties

  1. Sanne Snel:
    19 november 2017
    Mooi geschreven Esmee! Wat een bijzondere ervaringen maken jullie mee. Geniet er van! xxxxx
  2. Inge Spierenburg.:
    20 november 2017
    Wat was dit weer een geweldig reisverslag.Ik schrok wel van jouw voedselvergiftiging.Mag hopen dat je opgeknapt bent. Ik kan mij ook voorstellen dat jullie verlangen naar het Westerse gebeuren.Heerlijk relaxen. Veel liefs van Inge.
  3. Irene Schelling:
    24 november 2017
    Geweldige verhalen. Fijn dat jullie zo jong al zoveel kunnen zien van de wereld.
    Maar N.Y was ook niet mis.
    Ik hoop dat jullie in Singapore nog tijd hebben om een boottochtje te maken of en een stadsrondrit.
    Het andere uiterste.
    Groetjes ook van opa en Irene